Joe Traeger ontwikkelde de Traeger-pelletgrill in 1985 en patenteerde deze in 1986. Vroege Traeger-grills, evenals veel van de pelletgrills die voor het eerst werden geïntroduceerd na het verstrijken van het Traeger-patent, gebruikten een controller met drie standen, een zogenaamde LMH-controller die de instellingen aangeeft voor laag, middelhoog en hoog vuur. Elke instelling benadert een temperatuurbereik en die temperaturen werden bereikt door middel van een vaste, vooraf bepaalde inschakelduur. Omdat de werkcycli bovendien vast zijn, houden ze geen rekening met de weersomstandigheden of de hoeveelheid voedsel die wordt gekookt, die beide de temperatuur beïnvloeden.
Door zijn patent was Traeger twintig jaar de enige fabrikant van pelletgrills. Gedurende die tijd bleef het bedrijf een klein familiebedrijf dat zijn pelletgrills verdeelde over een beperkt netwerk van winkels. Nadat het patent van Traeger in 2006 afliep, ondervond het bedrijf concurrentie van andere fabrikanten die dezelfde ontwerpprincipes gebruikten.
De temperatuur van de pelletgrill wordt grotendeels bepaald door de hoeveelheid brandstof die wordt verbruikt door de vuur- en luchtstroomregeling. In tegenstelling tot grills gebruiken pelletgrills echter automatische brandstof- en luchttoevoer en kunnen ze een door de gebruiker geselecteerde temperatuur behouden. Hoewel dit de werklast van de gebruiker vermindert, is het proces dat dit mogelijk maakt complexer dan bij traditionele grills.